Calibra Club Europe
Slijtage!?


Let niet op de detailvormen. Maar dit ga je tegen komen. Let op die kleine engerds daar aan de linkerkant! Die springen erg graag weg.

Vervangen van een klepgeleider, De Kosten:
variabel, afhankelijk van de aanbieder. De vervanging van een klepgeleider kost doorgaans tussen de 13 en 30 Euro kosten, het slijpen van de klepzetel tussen de 16 en 30 Euro. De vervanging van een geleider kent ook een marge van 14 tot 30 Euro. Voordat er ook maar iets wordt afgesproken, vraag om een gedetailleerde schriftelijke offerte. En als je dekleppen er zelf weer bin zet maar in de war bent geraakt: de uitlaatkleppen zijn in elk geval de kleppen die NIET magnetsch zijn.

Wanneer?
Wanneer de klepsteel speling heeft in de geleider. Te controleren tijdens een onderhoudsbeurt aan de motor of bij het slijpen van de klep. Te zien als de motor blauw wolkt bij het gas terug nemen. Of herkenbaar als zichtbare onrondheid van de boring na demontage van de klep. Een goed passende klep moet, licht ingeolied, zuigend door de geleider gaan.

                     

Deze zaak verdient aandacht. Dat is duidelijk.                                  Hier is de klepgeleider duidelijk ovaal uitgesleten.
 

In den beginne schoven stalen kleppen in een eenvoudige geleider, een boring die al tijdens de fabricage was aangebracht was in het gietijzeren blok. Dat kon toen nog omdat de motoren nog niet zo snel draaiden. Maar toen ingenieurs de toerentallen verhoogden, werd het nodig om antifrictie materiaal tussen het gietwerk en het staal te zetten om verhitting van de klepstelen te beperken, waarmee vermeden werd dat ze konden vastlopen, staal zet meer immers meer uit dan gietijzer.

De eerste geleiders, eenvoudige erin geschroefde of erin geperste buizen, bestonden meestal uit brons. Verbetering van de kwaliteit van materialen en van bewerking maakte het vervolgens mogelijk dat de kleppen en de cilinderkop geleidelijk aan compacter samen gebouwd konden worden. Tenslotte integreerde men ze totaal in de kop om onderhoudsbeurten eenvoudiger te maken. Daartoe werden klepstelen en klepgeleiders ingekort, en daardoor kon ook de cilinderkop verlaagd worden.

Een klepveertang is een topper. Pas op bij het verwijderen van de halve maantjes die de veerschotel borgen. Ze sprigen maar wat makkelijk weg

 

Speling, maar niet te veel
Speling is de ziel van de mechanica. Tussen de klepsteel en de geleider zit een paar honderdsten speling (tussen 10 en 15 in het algemeen). Deze optimale speling neemt toe in de loop der tijd, ondanks het gebruik van steeds duurzamer materiaal. Twee onderdelen die zich 42 maal per seconde openen en sluiten bij een toerental van 5000 toeren zijn immers onderhevig aan slijtage.
De honderdsten van weleer veranderen in tienden en ze zijn niet gelijkmatig verdeeld, de geleider slijt van rond naar ovaal.
Met enige overdrijving kan worden beweerd dat de klepsteel gaat ‘wandelen’ in zijn geleider en niet meer precies in een verticale positie ten opzichte van de geleider functioneert. De klepschotel rust niet meer in zijn geheel op de klepzetel. Dat veroorzaakt op zijn beurt niet alleen een onregelmatige slijtage van de zetel, maar leidt ook tot een gebrek in de afdichting, en dat geeft weer aanleiding tot oververhitting van het omliggende gevoelige gebied met alle gevolgen van dien: misvormde klepzetels, gebarsten of verbrande kleppen, beschadigde klepranden

Controleer de klepsteel (en reinig hem voorzichtig)

 

Deze eivormige slijtage van de geleider geeft de olie die de smering verzorgt van de tuimelaars de gelegenheid om zich te nestelen tussen de geleider en de klep. De olie verbrandt en laat verbrandingsresten achter. Deze resten veroorzaken ‘vergumming’, de klep glijdt niet meer vrij en in het ergste geval sluit hij niet meer.

Slijpen van de zetels.
Als de klepsteel ‘wandelt’ in zijn geleider, dan moet deze laatste worden vervangen of geslepen. Maar niet alleen de geleider, ook de klepsteel is aan vervanging toe. De montage van nieuwe kleppen verdient de voorkeur (als de geleider wordt geslepen dan dienen er kleppen gemonteerd te worden met een iets grotere diameter, zogenaamde overmaat kleppen. Een ander gevolg van de verandering van de geleider is: het aanpassen van de klepzetel. In de eerste plaats omdat deze ernstig heeft geleden onder het ‘zoeken’ van de klepschotel ten gevolge van de ovaal vormige slijtage aan de geleider, in de tweede plaats omdat de klepzetel ook versleten is door normaal gebruik en als hij al meerdere keren is geslepen is hij steeds dieper in de klepzetel komen te zitten met als gevolg dat de klep alleen nog maar op zijn buiten omtrek aanligt

Na verwarming van de kop kunnen de geleiders er uit getikt worden, maar persen is beter

 

Tegenwoordig worden klepgeleiders met een pers aangebracht in de cilinderkop. De haaksheid ten opzichte van de zitting is nooit volmaakt. Daarom gebruikt men de nieuwe klepgeleider als geleiding om de zitting te bewerken en de optimale positie te bereiken aan de hand van die van de nieuwe klep. In extreme gevallen (zoals een gebarsten of een sterk aangetaste zetel) moeten eerst de klepzetels vervangen worden, die ook nog bewerkt zullen moeten worden om een volmaakte afdichting te verzekeren.

 

 En dan kan er zo'n setje gemonteerd worden

Pas op!
Als de kleppen verwisseld worden en als men overgaat tot het aanpassen van de klepzetels, dan moet men NOOIT de kleppen slijpen.

De viezigheid moet er af. Het metaal niet!


De geleiders worden tegenwoordig voor het merendeel gemaakt van grijs gietijzer vermengd met messing, of van grijs gietijzer met een perliet structuur (een ijzer legering opgebouwd uit lamellen ferriet en cementiet) met een hoog gehalte aan fosfor, of nog een andere mogelijkheid is een legering van koper, van zink, en van aluminium. Vervanging van klepgeleiders is een operatie waarbij een zekere knowhow noodzakelijk is. Men is hierbij eigenlijk aangewezen op een professional die over de benodigde werktuigen beschikt, zelfs nu er kleine hand slijpmachines bestaan.

                                                    
De klep wordt geslepen...                                                                             en ingeslepen met een stokje met zuignap

Moeten de zetels worden vervangen voor loodvrije benzine?
Deze vraag komt vaak terug. Het antwoord is altijd eenvoudig. Loodvrije benzine brengt meer schade toe aan rubber componenten in het brandstoftraject, (o.a. membranen van oudere CV carburateurs) die nog niet vervangen zijn om de verraderlijke aanvallen van benzeen te weerstaan dan aan de klepzetels, Vaak genoeg wordt er nog anti pingel poeder in de tank gestrooid of een transplantatie van wonder apparaten uitgevoerd, waarover professionals in de jaren vijftig al grappen maakten.

Laten we dan voor eens en altijd duidelijk zijn! Het inslaan of verbranden van klepzetels wordt niet veroorzaakt door loodvrije benzine, maar door mechanische slijtage. In tegenstelling tot dat wat handelaren in deze producten willen doen geloven brengt loodvrije benzine niet meer schade toe aan uw klepzetels dan loodhoudende benzine. Men zal je toch precies van het tegengestelde willen overtuigen, met als argument dat lood zich afzet op de klepzetel waardoor er een soort stop ontstaat tussen het lood en de klep. Een fractie van een micron zou de rol van schokbreker op zich nemen? Wel…eens kijken… immers van de ervaringen van anderen kunnen we profiteren.

In de jaren zeventig hebben de Amerikanen de handel in loodhoudende benzine beëindigd, en meteen daarna volgden de Japanners dit voorbeeld . Was er sprake van een epidemie van verbrande kleppen? Nee, en alle enquêtes die er sindsdien zijn gehouden laten zien dat er na de overgang op loodvrij niet meer mechanische incidenten zijn geweest dan ervoor. Uit de uitkomsten van deze enquêtes blijkt ook dat het probleem van de ingeslagen kleppen altijd al heeft bestaan, omdat gegoten cilinderkoppen zonder vooraf aangebrachte zetels, net zoals vroeger veel meer blootgesteld worden aan dit ‘natuur’ verschijnsel dan aluminium cilinderkoppen met zetels. Deze laatste zijn minder gevoelig, zoals voorheen. ….

Het merendeel van de ‘serieuze’ professionals schaart zich sindsdien achter deze opvatting en adviseren niet langer om klepzetels systematisch te vervangen door klepzetels van gehard staal. Dit soort klepzetels heeft geen nut, zelfs niet als men zich eruit zou willen redden door te zeggen dat het materiaal van nu, in vergelijking met dat van dertig jaar geleden, ongetwijfeld van betere kwaliteit is. Conclusie? Controleer regelmatig het stel kleppen (iedere 5000 km) en als u tot de slotsom komt dat ze minder worden, vervang ze. Eerder niet.

Al met al, als je een motor hebt met een cilinderkop van gietijzer, waarin de klepzetels niet zijn aangebracht, en, je rijdt meer dan 10.000 km per jaar, dan is het in uw belang om stalen klepzetels te laten plaatsen. En een medaille te scoren. Want het Nederlands jaargemiddelde op de motor ligt op dik 3D km. Je verlengt daarmee de levensduur van de cilinderkop.

Dit is allemaal niet nieuw.

Dit is een operatie die altijd al door slijpers is uitgevoerd.
 
Dit artikel is geschreven voor een motorfiets maar natuurlijk ook voor een auto ook van toepassing.

Met dank aan Motorblaadje.nl